31 Jan 2010
Stichting ‘Vrienden van Linggadjati’ – Joty ter Kulve-van Os; Willem A.A. van Os
De Nederlandse overheid huldigt het objectieve standpunt dat tussen Nederland en Indonesië geen bijzondere band meer bestaat. Beide regeringen gaan op regeringsniveau met elkaar om zoals ze dat ook met andere bevriende landen doen. Voor de vrienden van Linggajadti ligt – de naam zegt de al – de zaak anders. Zij onderhouden warme banden met Indonesië omdat dat in veel gevallen het land van hun jeugd is. Het land waarin hun wortels liggen. Voor de Stichting ‘Vrienden van Linggadjati’ is de gezamenlijke geschiedenis een realiteit waaraan niet zonder meer voorbij kan worden gegaan.
Het ‘Akkoord van Linggadjati’ is voor ons het symbool bij uitstek van deze oude verbintenis. Het gebouw waar in 1949 het akkoord tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Indonesia tot stand kwam, is het gebouw waar de ‘de facto’ erkenning van de Republik Indonesia een feit werd. Het is ook het huis dat in de twintiger jaren werd gebouwd door mijn vader, het huis waar wij gelukkige jaren hebben mogen doorbrengen.
‘Linggadjati zal ooit beroemd worden’ zei mijn vader altijd – en de geschiedenis heeft hem gelijk gegeven.
Het huis is in 1970 door de Indonesische staat omgevormd tot het museum Gedung Perundingan, dat wordt onderhouden en gefinancierd door de Bupati van Kuningan, het regentschap waaronder Linggarjati valt. Het museum wordt jaarlijks bezocht door duizenden Indonesiërs uit het hele land. Maar ook buitenlanders, waaronder vele Nederlanders, weten het te vinden.
Het museum te Linggarjati behoort nu, samen met het gebouw van de Aziatisch-Afrikaanse conferentie in 1955 te Bandung en het gebouw van de Pancasila (de staatsfilosofie van het Indonesische volk), tot de drie meest belangrijke historische gebouwen van Indonesië. Een symbool in de strijd naar hun vrijheid.
De Stichting Vrienden van Linggadjati (SVL) zet zich in om het gedeelde verleden in het museum inhoud te geven als onderdeel van de gezamenlijke geschiedenis van twee volkeren, evenals het bevorderen van de historische kennis daarvan in Indonesië en Nederland. Hier ligt nog een grote taak voor Indonesische en Nederlandse historici. De geschiedenis van Indonesië is eeuwen oud en bestond lang voor de komst van de Portugezen, Nederlanders e.a.
‘Linggadjati’ is slechts één conferentie in een lange serie van discussies en onderhandelingen tussen de Republiek Indonesia en Nederland. Om er een paar te noemen: de Hoge Veluwe-conferentie, de Malino-conferentie, de Renville-conferentie en als laatste de Ronde Tafel Conferentie in 1949.
Echter, de Linggadjati-conferentie heeft een aparte plaats in de geschiedenis, omdat hier het concept is geboren en vorm heeft gekregen van een soeverein Indonesische Federatie, door een Unie nog verbonden met het Koninkrijk der Nederlanden, waardoor het succes van de Ronde Tafel Conferentie werd verzekerd. Alleen zo was de Indonesische onafhankelijkheid acceptabel voor de Nederlanders.
De geschiedenis pakte echter anders uit. De Indonesiërs, die op 17 augustus 1945 hun onafhankelijkheid hadden uitgeroepen, begrepen de wereldsituatie duidelijker dan de Nederlanders. Zij begrepen dat het koloniale tijdperk definitief ten einde was en gaven op eigen wijze vorm aan hun onafhankelijkheid, daarin wereldwijd gesteund door de internationale gemeenschap.
Elke natie kijkt door een andere bril naar zijn verleden. Het is mogelijk dat de perceptie van de geschiedenis wordt gemanipuleerd, echter nimmer de realiteit van de geschiedenis. Zo kan de geschiedenis ons pijn doen. Mensen en hele volken kunnen ontheemd raken door massamigratie en oorlog.
Maar mensen veranderen, en wat onze ouders en grootouders gisteren als rechtmatig beschouwden, aanvaarden wij vandaag misschien als onrecht anderen aangedaan. En zo zullen onze kleinkinderen over zestig jaar wellicht de tijd waarin wij nu leven, als geschiedenis in een geheel ander perspectief zien.
Doch als wij er open voor staan, kan de geschiedenis ons ook kostbare lessen leren. En dan denk ik aan Europa met al zijn bloedige oorlogen. Het is Duitsland onder Adenauer geweest, die zijn volk aan de hand nam om met hen de weg van zelfonderzoek te bewandelen. Pijnlijk, emotioneel, maar het maakte de weg vrij naar een nieuw Europa.
Indonesië is nu het derde grootste democratische land ter wereld en de grootste maritieme eenheid met een multiculturele bevolking. Een land met de potentie om in de komende decennia uit te groeien tot een machtige natie. Het omvat 17.500 eilanden (waarvan 6.000 bewoond) en 300 culturen.
Indonesië is een volwassen natie en heeft haar rechtmatige plaats in de wereld gevonden sinds 17 augustus 1945. Vandaag is Indonesië volwaardig lid van de G-20 landen. Financieel instituut Bloomberg heeft hun positie verheven van A naar dubbel AA-status. Velen van onze generatie zijn er niet meer. Wij hopen dat de gezamenlijke lessen van Linggajati blijven bestaan met het museum Gedung Perundigan als symbool.
De nieuwe generatie erft een geglobaliseerde wereld die voor grote uitdagingen staat. De taak van deze generatie in Indonesië en in Holland – ja zelfs in Azië en Europa – is om een robuuste visie te ontwikkelen die in staat is de enorme uitdagingen van onze tijd aan te gaan, zoals bijvoorbeeld het behouden van de oerwouden in Sumatra en Borneo, de ‘longen van onze planeet’.
Nog een uitdaging: Nederland moet voor Indonesië de poort zijn voor toegang tot de Europese cultuur, economie en politiek. Omgekeerd moet Indonesië de toegangspoort zijn voor Nederland (en Europa) naar ASEAN en Azië.
Een mogelijkheid daartoe is om de Republik Indonesia – gebaseerd op onze lange relatie met het land – via het Koninkrijk der Nederlanden te introduceren in de Europese Unie als ‘Preferred Nation Status’. Economisch krijgt de Europese Unie hierdoor meer gewicht in de veranderende machtsblokken in de wereld, om mee te kunnen praten met China, U.S.A. India, Zuid Afrika en Brazilië.
Indonesië heeft qua grondstoffen meer te bieden dan al die andere machtsblokken.
Zo is Linggarjati niet alleen een poort naar het verleden, maar ook een brug naar de toekomst.
De tentoonstelling ‘Linggadjati: Een brug naar de toekomst’ is van 15-26 februari 2010 te zien in het Stadhuis van Den Haag (Spui 70) – na o.a. in Apeldoorn en Eindhoven.